Swing Pricing
Al in 2007 informeerde de AFM beheerders van beleggingsinstellingen over het gebruik van een op- en afslag bij het innemen en/of uitgeven van deelnemingsrechten (waaronder aandelen en participaties). Deze op- en afslag dient als oplossing om zittende beleggers te beschermen tegen transactiekosten bij toe- en uittredingen van participanten. De hoogte van de vastgestelde op- en afslagen moet volgens de AFM in lijn zijn met de reële aan- en verkoopkosten van beleggingen. Het doel bij het vaststellen van op- en afslagen is dus het zo goed mogelijk benaderen van de kosten van toe- en uittredingen. Bij te lage op- en afslagen worden zittende beleggers benadeeld, bij te hoge op- en afslagen worden de toe- en of uittredende beleggers juist benadeeld (AFM, 2009).
Nu, veertien jaar later, is dit onderwerp nog steeds actueel en rukt een relatief nieuwe pricing methode op in Nederland: Swing Pricing. In dit artikel delen wij de uitkomsten van ons onderzoek naar de verschillen tussen diverse pricing methoden. Ons doel hiermee is meer inzicht te geven in het gebruik van deze pricing methoden bij verschillende typen beleggingsfondsen en het geven van onze reflectie hierop.